Vetvrije massa index

De vetvrije massa (FFM) en de vetmassa (BFM) vertellen als index van het lichaamsgewicht niet voldoende over de lichaamssamenstelling. Door de uit te drukken als index van lengte, zijn de waarden bruikbaarder. Zo kunnen lange personen met proteïne-calorische ondervoeding, oftewel protein-energy malnutrition (PEM), gelijke FFM- en BFM-waarden hebben als korte personen zonder ondervoeding. Daarom geven we de voorkeur aan het gebruiken van hoogte-genormaliseerde indices, namelijk de FFM-index (FFMI) en de BFM-index (BFMI).  
​​​​​​​ De formules
  • FFMI: FFM (kg) / lengte (m) ²
  • BFMI: BFM (kg) / lengte (m) ² 

Achtergrond: Minnesota Study

We berekenden deze indices in een referentiepopulatie van 124 gezonde jonge mannen en 32 niet-obese jongeren (van de Minnesota Study) vóór, tijdens en na experimentele semi-verhongering. FFMI-en BFMI-waarden onder de referentiewaarde cohort van 5 percentiel werden gebruikt als criterium voor de diagnose PEM. Met behulp van deze indices werd, samen met het basale zuurstofverbruik, PEM in 27 van de 32 patiënten vastgesteld na 12 weken van semi-verhongering. Deze bevindingen wijzen erop dat FFMI en BFMI nuttig zijn bij het vaststellen van de voedingstoestand. Lees meer in het artikel 'Height-normalized indices of the body’s fat-free mass and fat mass: potentially useful indicators of nutritional status' van Vanltaiie, Yang, Heymsfield, Funk en Boileau (1990).

 

Sluit de enquête